Selecteer een pagina

Dat we beleefd moeten zijn is bij de meesten van ons met de paplepel ingegoten. Dat je respect moet hebben voor ouderen en dat je met twee woorden moet spreken zijn twee regels die daar het voorbeeld van zijn. De onderzoekers Brown en Levinson hebben in het verleden onderzoek gedaan naar het begrip ‘beleefdheid’. Mede hieruit komt de beleefdheidstheorie voort, waarbij zij kijken naar ons taalgebruik op dit gebied.

Face
In de beleefdheidstheorie speelt het begrip ‘face’(gezicht) een centrale rol, en wel in de betekenis waaraan je denkt bij een uitdrukking als gezichtsverlies lijden. Wanneer mensen met elkaar omgaan, staat hun gezicht op het spel: op dat punt kunnen ze winnen en verliezen. Volgens de beleefdheidstheorie bestaat het begrip ‘face’ uit twee basisbehoefte van mensen. Enerzijds hebben mensen behoefte aan privacy: ze willen in hun vrijheid gerespecteerd worden en onafhankelijk zijn. Anderzijds hebben ze behoefte aan sympathie en betrokkenheid, ze willen aardig gevonden worden.

Direct en indirect
Wij hebben allemaal de behoefte aan beide basisbehoeftes. Daardoor zien we ons vaak geplaatst voor een dilemma tussen opdringerigheid of afstandelijkheid. Maar een inbreuk in de persoonlijke ruimte van een ander kunnen we verzachten of vergoeden. Zo wordt onze kritiek milder als we die samen met een compliment geven en een opdracht kunnen we acceptabeler maken in de sfeer van ‘ouwe jongens, krentenbrood’. Onze taalstrategieën om rekening te houden met de twee basis behoeftes zijn door Brown en Levinson geïnventariseerd. Zij hebben ze opgedeeld in direct en indirect. Mensen zijn direct wanneer ze een formulering kiezen waaruit één bedoeling af te leiden is. Mensen zijn indirect wanneer ze een formulering gebruiken waaraan meerdere bedoelingen te verbinden zijn, waardoor ze niet op één bedoeling kunnen worden vastgepind.

Stel dat we iemand ertoe willen bewegen de deur dicht te doen. Een directe formulering is dan: Doe de deur dicht. Indirect zijn we met een hint: Het tocht hier. We zeggen niet met zoveel woorden dat hij/zij de deur dicht moet doen, maar constateren een feit. De gesprekspartner mag de conclusie trekken. Heeft die moeite met de conclusie, dan kunnen we ons terugtrekken op de positie dat we alleen maar iets constateerden en er verder niets mee bedoelden.

Privacy versus aardig
Tussen de extremen ‘Doe de deur dicht’ en ‘Het tocht hier’ zijn allerlei strategische keuzes mogelijk. Brown en Levinson verdelen die in twee groepen. Ten eerste kunnen mensen aan een directe formulering een sociaal tintje toevoegen: ‘Hé, joh, doe de deur dicht. Dan vatten we geen kou.’ Zo expliciteren ze waar het in de kern om gaat (Doe de deur dicht), terwijl ze met het sociaal tintje tegemoetkomen aan de basisbehoefte van mensen om aardig gevonden te worden. Ten tweede kunnen directe formuleringen omkleed worden met respectvolle middelen: ‘Hebt u er bezwaar tegen om de deur dicht te doen?’. Ook hier wordt bedoeld dat de deur dicht gedaan wordt. De vraag is hier echter ingekleed in een kader dat tegemoetkomt aan de behoefte van privacy en onafhankelijkheid. 

Ben jij je bewust van jouw strategieën op dit gebied? Het is mooi om te zien dat we onbewust rekening houden met elkaar. Al is het dan misschien alleen om ons eigen gezicht te redden. Vooral mee door gaan zou ik zeggen!

specialist in mediation bij zakelijke conflicten

Christie Dijkstra
Mediator

telefoonnummer: 06 27 43 42 10
email: christie@menoar-mediation.nl

IBAN: NL77RABO0332157709
KVK: 71841865
BTW: NL001460308B25

© copyright Menoar Mediation 2018 - heden | Alle rechten voorbehouden